Na de eerste aanleg van de wijngaard in april 2007 was het dan zaterdag eindelijk zover. Er ging voor het eerst geoogst worden! Vrijdag al was wijnmeester Rik uit Lisserbroek overgekomen om deze primeur met raad en daad te helpen slagen.

Op 17 oktober (17/10) om 10.17 uur werden de eerste zakjes met druiven van de stokken geknipt. De zakjes zaten de laatste maanden om de druiven heen als bescherming tegen vogels en wespenvraat en dat had goed geholpen. (een goede tip meegenomen uit onze workshop in Lelystad).

Pas tegen 15.00 uur hadden we alle trossen ontdaan van de zakjes en vervolgens geschoond van te kleine of al verrotte druifjes en de nodige oorwurmen. Dat viel dus nogal tegen. Maar uiteindelijk hielden we 16,5 kilo druiven over, wat weinig voor zo”n 60 stokken, maar voor een eerste jaar toch nog niet zo gek. De trosjes waren aan de kleine kant en dat zal volgend jaar vast beter zijn.

De volgende stap was om de druiven te ontstelen en tot pulp te malen. Daar hadden we uiteraard een apparaat voor dat we dus ook mooi uit konden proberen.

Tegen vieren resulteerde dat in 18 liter pulp, met een Oechsle gehalte van 80! En dat is wel heel erg goed, zeker voor een Nederlandse wijndruif, waarbij waarden van rondom de 60 heel normaal zijn. Voor de niet kenner, het getal geeft het suikergehalte in de druif aan, nodig voor het omzetten in alcohol tijdens de gisting. Deze waarde betekende dat we slechts 150 gram suiker hoefden toe te voegen om uiteindelijk tot een wijn van 11,5% te komen.

Na een paar uur rust voor de pulp zijn we ”s avonds begonnen met het uitpersen en hielden we 11 liter most over (druivensap). Dit sap werd in een mandfles gedaan om een nacht tot rust te komen en een eerste bezinksel te laten vormen.