Kurk in de wijn. Daar wordt nog altijd over geschreven. Het probleem wordt minder, maar bestaat nog steeds. Er is wel een zogenaamd ‘veilige’ kurk, de ‘diam’, maar die oogt voor de opmerkzamen niet als een echte kurk. Die doet het aardig bij wijnen tot zo’n 12 euro, maar wijnmakers uit de eredivisie willen er niet aan. Collega-columnist Frank van der Auwera vatte voor de Belgische krant De Tijd de stand van zaken nog eens samen:

“Het ‘kurkprobleem’ blijft, ondanks de inspanningen van de industrie, toch nog geregeld wijnliefhebbers irriteren. Op hygiënisch vlak en qua controles heeft de kurknijverheid beslist grote vooruitgang geboekt, maar vooral als het om oudere, rijpere – en helaas: duurdere – flessen gaat, kan het probleem van de ‘bouchonné’ zuur opbreken.

Ook restaurantuitbaters en sommeliers zitten nog geregeld met zo’n kurkkater, want geschat wordt dat tot 1 op de 15 flessen van courante (goedkope) wijnen en toch nog 1 op 40 à 50 van de exclusievere crus met dit kurkprobleem te kampen krijgt. En dus de facto ondrinkbaar c.q. waardeloos wordt.

Onomkeerbaar

Kurksmaak ontstaat als de kurkstop besmet raakt met Trichloranisol (TCA), waardoor de wijn uiteindelijk die kenmerkende muffe aroma’s en eerder metalige smaak krijgt. TCA is laagdrempelig, wat betekent dat er maar een minieme dosis aanwezig moet zijn om reeds die voor ons zo hinderlijke geuren te ontwikkelen en dus het eindproduct onomkeerbaar te verknoeien. Diverse oorzaken zijn reeds onderzocht die de kurksmaak zouden activeren, zoals het gebruik van chlooroplossingen bij het steriliseren van de kurk.

In het verleden zijn al talrijke pogingen ondernomen om het productieproces zo te organiseren, dat het risico op een geïnfecteerde kurk geminimaliseerd wordt. Zo kwamen wetenschappers van de NASA enkele jaren terug op de proppen met ‘Airocide’. Een purificatieprocédé dat in de jaren ’90 werd ontwikkeld om fruit en groenten vers te houden in de ruimtestations. Hetzelfde procédé werd echter door hen ingeschakeld om natuurkurken te toetsen. Met positief resultaat, zo bleek, want tests wezen uit dat 90 tot 95% van alle TCA-besmettingen in een verzegelde ruimte binnen de 24 uur werden geëlimineerd.

Aangepast

Recent horen we in vakkringen echter steeds meer spreken over de ‘Diam’, een speciaal aangepast kurktype dat reeds in 2005 op punt werd gesteld door de groep Oeno, maar nu volop door de Fransman Pascal Popelier wereldwijd wordt gepromoot. Blijkbaar met groeiend succes, want van deze Diam worden nu reeds in alle stilte per jaar circa 1 miljard stuks geproduceerd. Zo onderstreept expert Pascal Popelier dat er reeds 100 miljoen flessen Bordeaux – circa 1 op de 7 – per oogst met deze nieuwe kurkvorm worden afgesloten, zij het vooral in het prijsgunstige genre. De grands crus houden blijkbaar voorlopig nog de boot af en beperken zich tot de klassieke natuurkurk. De kans dat u echter al een Diam-fles hebt ontkurkt, wordt met dag groter.

Naar verluidt is de Diam-kurk gegarandeerd vrij van kurksmaak dankzij een uniek gepatenteerd fabricageproces. “Nous avons breveté un processus de fabrication unique mené dans notre usine d’Extremadura, au sud-ouest de l’Espagne”, aldus Popelier in een recent interview.

Concreet wordt de kurk geplet waarbij al zijn moleculen worden onttrokken en geëlimineerd. Na dit proces blijft er slechts een poeder over, dat totaal neutraal én gepurifieerd is. Dat wordt vervolgens geagglomereerd met zogeheten microbilles (microbolletjes) plus een bindmiddel. In een volgende productiestap worden dan kurken van het type Diam individueel gegoten in de gewenste vorm, bijvoorbeeld volgens diverse grootte of hun bestemming (voor mousserende of stille wijnen?)

Zwakke plek

Niet alleen is zo alle risico op kurkaantasting verdwenen, maar extra voordeel van dit procédé – althans voor de producent – is dat men zelfs schorsafval van de kurkeik kan gebruiken om zo’n Diam-kurk samen te stellen. Uiteraard reflecteert zich dat ook in de prijzen, want de Diam kan op deze tegenwoordig bijzonder concurrentiële markt zijn prijskaartje goed scherp positioneren.

Is dit dan met andere woorden de Reddende Engel voor de ganse wijnindustrie? Helaas bezit ook de Diam een zwakke plek: zijn ‘looks’. Visueel ziet de koper immers meteen dat het om een samengesteld product gaat, dat inderdaad niet zo mooi oogt als de klassieke natuurkurk.

Vandaar dat voorlopig de opmars van deze ‘veilige’ kurk beperkt blijft tot wijnen in het prijssegment 3 à 12 euro, maar de exclusievere crus niet meteen toehappen. Want die beseffen maar al te best dat het totaalimago van een fles letterlijk geld waard is.”

Bron: www.wijnwijs.eu